Published on december 2nd, 2013 | by Irene van den Berg
0Student laat geld liggen
Studeren is duur. Gelukkig zijn er manieren om de fiscus een duit in het zakje te laten doen. Ook als je studiefinanciering hebt.
Als uitwonende student heb je zo’n 950 euro per maand nodig om je vaste lasten te betalen en ook wat over te houden voor de leuke dingen van het studentenleven, zo becijfert het Nibud. Daar komt het collegegeld – 153 euro voor het hoger onderwijs – nog bovenop. De meeste studenten hebben dan ook meerdere inkomstenbronnen: hun studiebeurs, een bijbaan of stage en natuurlijk papa en mama. Veel studenten vergeten echter dat de fiscus ook nog een handje kan helpen.
Zo kunnen sommige studenten hun budget aanvullen met zorg- en/of huur toeslag. Veel studenten denken dat ze geen recht hebben op zorgtoeslag omdat de ouders de zorgverzekering betalen. Dat klopt niet. De zorgtoeslag is persoonsgebonden en studenten moeten deze toeslag zelf aanvragen, ook als ze niet voor de verzekering betalen. Ook is een veelgehoorde misvatting dat studenten onder 23 jaar geen recht hebben op huurtoeslag. Voor jongeren van 18 tot 23 jaar gelden inderdaad andere regels met betrekking tot de maximale huurgrens, maar ze kunnen wel degelijk huurtoeslag krijgen.
Ook al zo zonde: sommige studenten doen geen belastingaangifte. Daarmee lopen ze aftrekposten mis. Veel jongeren met een bijbaan hebben recht op een teruggave. Ook zijn sommige studiekosten aftrekbaar voor de belasting. Wanneer je studiefinanciering ontvangt, kun je minder aftrekken omdat een studiebeurs al een tegemoetkoming in de kosten is. De meeste kans op teruggave heb je als je thuis woont – dan krijg je immers minder studiefinanciering – en een dure studie volgt. “Denk aan pilotenopleiding of een particuliere hbo”, verklaart belastingadviseur Harry Gijsbers uit Bilthoven.
De aftrekpost studiekosten voor studenten met een beurs wordt nu op een nogal ingewikkelde manier berekend. Je moet eerst uitrekenen of je studiekosten hoger zijn dan twee keer de normbedragen van je studie, te vinden op de website van de Belastingdienst. “Is dat het geval, dan is er sprake van een dure studie. Dan wordt uitgegaan van de daadwerkelijke kosten, verminderd met de studiefinanciering en het normbedrag. Zoniet, dan gaat de fiscus uit van het normbedrag minus de studiefinanciering”, verklaart Gijsbers. Daarnaast geldt er nog een drempel (250 euro in 2013). Voor studiekosten gemaakt in 2013 wordt de berekening eenvoudiger. De normbedragen vervallen voor studenten met een prestatiebeurs.
Vanaf dit jaar kunnen de werkelijke scholingsuitgaven – verminderd met de ontvangen prestatiebeurs – in aftrek worden gebracht. Wel geldt er weer een drempel en wordt er gesneden in de kosten die afgetrokken mogen worden. Alleen collegegeld, examengeld, promotiegeld en verplicht gestelde leer- en beschermingsmiddelen komen in aanmerking voor aftrek.
Doe je onverhoopt te lang over je studie en wordt de prestatiebeurs geen gift maar een lening, dan kun je alsnog kosten aftrekken. “Je kunt dit corrigeren door de extra aftrekmogelijkheden alsnog te benutten in het jaar dat de studiefinanciering definitief niet wordt omgezet in een gift”, legt Gijsbers uit.
Heb je in het verleden fiscale voordelen laten liggen, kijk dan of je er nog recht op hebt. Tot en met 31 december 2013 kun je nog teruggaaf over 2008 aanvragen”, tipt Gijsbers. Ook sommige toeslagen kunnen nog met terugwerkende kracht worden aangevraagd.