NRC

Published on juni 3rd, 2019 | by Irene van den Berg

0

‘Ik kan toch moeilijk nooit meer naar de winkel gaan?’

Diana Vriends (32) is sinds haar tienerjaren koopverslaafd. Ze raakte daardoor in diepe schulden. „Pas toen ik de deurwaarder zag staan, ging de beerput open.”

Met haar handen strijkt ze over de glanzende stof van een mintgroen feestjurkje. Nooit gedragen, het prijskaartje zit er nog aan. We staan in haar inloopkast, van onder tot boven gevuld met jurkjes, bloesjes en rokjes. „Deze moet nog op Marktplaats. Ik kocht hem voor de bruiloft van een goede vriendin. Maar hij zat toch te strak”, vertelt Diana Vriends (32). De inloopkast geeft een vleugje glamour aan een verder rommelig flatje in Breda. De katten hebben de bank kapot gekrabd. Om het woonblok staat een hek, binnenkort komt de sloophamer. Het gebouw staat grotendeels leeg.

Sinds twee jaar weet Vriends dat ze koopverslaafd is. Het was haar psychiater, bij wie ze onder behandeling stond vanwege ADHD, die de mogelijkheid opperde. „Ik heb er nooit bij stilgestaan dat kopen een verslaving kon zijn. Maar ineens viel alles op zijn plek. Dat gelukzalige gevoel als ik iets paste. De leegte als ik met mijn aankoop thuiskwam. En altijd weer die drang om opnieuw naar de winkel te gaan. Soms meerdere keren per week.”

Ze denkt dat haar koopverslaving in haar tienerjaren is ontstaan. Op de middelbare school werd ze gepest. Klasgenoten scholden haar uit, noemden haar dom of achterlijk. „Ik weet niet waarom ze mij moesten hebben. Volgens mij vraagt ieder gepest kind zich dat af.” Vaak werd ze achterna gezeten, geduwd of zelfs geslagen. „In een wanhopige poging erbij te horen, ging ik mooie kleren kopen. Een heel enkele keer kreeg ik een complimentje voor hoe ik eruit zag. Dan voelde ik me zo gelukkig.” De kleding betaalde ze met geld dat ze verdiende met bijbaantjes. Ook peuterde ze geld los bij haar ouders. „Dan zeurde ik net zolang totdat ik vijftig euro kreeg.”

Haar ouders leken zich weinig te bekommeren over het koopgedrag van hun dochter. „Mijn vader zei wel eens: ‘weer een nieuw jurkje, moet je niet gaan sparen?’ Maar daar bleef het bij.” Ze hadden hun handen vol aan zichzelf. Haar ouders ruzieden veel, waardoor de sfeer in huis vaak om te snijden was. En toen Vriends zestien was, kreeg haar moeder een hersenbloeding. „Daarna veranderde haar karakter: ze werd onvoorspelbaar, had woede-uitbarstingen. Het ene moment was ik haar grootste vriendin en het volgende moment kon ik niets goed doen. Voor een puber is dat lastig.” In datzelfde jaar pleegde haar oma, met wie ze een goede band had, zelfmoord. Haar moeder raakte in depressie.

Het pashokje bood een uitweg – hoe tijdelijk ook – van het moeizame leven op school en thuis: weg van de pesterijen en somberheid, op naar de zachte stofjes en vrolijke printjes. In een nieuw jurkje voor de spiegel komt dopamine vrij. „Shoppen op internet is niks voor mij. Ik wil aanraken en passen. Maar dat gevoel van geluk in het pashokje duurt maar even. Thuis wacht de kater.”

De koopverslaving van Vriends bleef niet beperkt tot kleding. Vanaf haar zestiende vluchtte ze vaker naar kroegen, restaurantjes en de bioscoop, waar ze haar geld kwistig uitgaf. „Ik was vijf tot zes avonden per week weg van huis.” Na haar achttiende begonnen de financiële problemen. Haar ouders stopten met het betalen van haar verzekeringen, telefoonrekening en mbo-opleiding detailhandel. Maar Vriends gaf het geld van haar bijbaan in de supermarkt vooral uit aan kleding en stappen, waardoor de rekeningen bleven liggen.

Ze was 24 jaar toen er voor het eerst een deurwaarder op de stoep stond. Ze woonde op dat moment nog altijd thuis. Verbouwereerd gooide ze de deur in zijn gezicht, rende naar de badkamer en sloot zichzelf op. Ze was totaal overstuur en verwondde zichzelf met een schaar. „De gedachte dat ik schulden had, had ik weggedrukt. Ik was er niet mee bezig. Pas toen ik de deurwaarder zag staan, werd ik met mijn schulden geconfronteerd en ging de beerput open.”

Op aandringen van haar vriend, bezocht Vriends een psychiater. Die wilde met haar familiegeschiedenis van depressie en suïcide geen risico nemen. Ze werd 2,5 maand opgenomen op een gesloten psychiatrische inrichting. Daar kreeg ze de diagnose ADHD, maar over koopverslaving werd nog niet gesproken. „Het ging vooral veel over de ruzies thuis en de hersenbloeding van mijn moeder.” In haar ouderlijk huis vond haar vriend een stapel ongeopende post. Vriends bleek twintigduizend euro schuld te hebben.

In een paar jaar lukte het om haar schulden af te betalen. Haar vriend gaf haar leefgeld. De rest van de WIA-uitkering, die ze na haar opname kreeg, ging naar de schuldeisers. „Ik was na de opname bij mijn vriend gaan wonen en had verder weinig kosten.”

Maar toen de relatie klapte, keerden de problemen weer terug. „Ik kon slecht alleen zijn en vluchtte weer de winkels in of ging met vriendinnen op stap. Ook ging ik daten, en dan moest ik natuurlijk elke keer een nieuw jurkje aan.” Opnieuw ging het grootste deel van haar geld op aan kleding en stappen en bleven andere facturen liggen. De stress sloop weer in haar leven. Slapeloze nachten, altijd beducht op het geluid van de brievenbus of de deurbel – is het een aanmaning of een deurwaarder? – voortdurend stress over niet betaalde rekeningen en oplopende schulden. „Ik kon alleen slapen als ik kalmerende middelen had geslikt.”

Na de zoveelste gebroken nacht, besloot Vriends afgelopen zomer hulp te zoeken via maatschappelijk werk. „Een psychiater zie je iedere keer maar even. Maatschappelijk werk kan ik bellen wanneer ik wil. Dat werkt beter voor mij.” Sindsdien gaat het beter. Samen met de maatschappelijk werker maakte ze een plan om haar administratie op orde te brengen en schuldeisers af te betalen. Trots wijst ze naar de multomappen op haar bureautje.

Ze heeft nog steeds een flinke schuld, al wil ze niet vertellen hoe hoog die nu is. „Als ik zo doorga met afbetalen, dan ben ik over drie jaar schuldenvrij”, wil ze wel kwijt. Ze heeft zichzelf een doel gesteld: als ze schuldenvrij is, wil ze een parachutesprong maken. En ja, ze weet dat dat niet goedkoop is. „Ik ben al zo lang een gevangene van mijn eigen schulden. Als ik daar eindelijk vanaf ben, spring ik de vrijheid tegemoet.”

Maar zover is het nog niet: Koopverslaafd is ze naar eigen zeggen nog steeds. „Alcoholist blijf je ook je leven lang.” Winkelen doet ze tegenwoordig vaak samen met vriendinnen, die ze op aanraden van de maatschappelijk werker heeft verteld over haar koopziekte. „Zij houden me bij de les als ik in de stad een leuk jurkje zie en de drang voel om het te kopen.” Ook speelde ze open kaart met haar ouders, waardoor de band met hen verbeterde.

Afkicken is heel lastig, ondervindt Vriends. „Voor een alcoholist is drank afzweren de beste remedie. Maar ik kan toch moeilijk nooit meer naar de winkel gaan?” Behandeld voor haar verslaving wordt ze niet, want zorgverzekeraars vergoeden de therapie niet. Net als seksverslaving komt koopverslaving niet voor in de DSM, de bijbel voor psychiatrische stoornissen. „Het is goed zo”, zegt Vriends. „Ik ben blij met maatschappelijk werk. Die komen bij je thuis en nemen de tijd voor je. En als ik er even doorheen zit, kan ik altijd bellen.”

Ze verwacht dat ze dat de komende maanden vaak gaat doen. Omdat ze uit haar huis moet, breekt er een spannende tijd aan. Vanmiddag gaat ze naar een nieuwe woning kijken. Dichter bij het centrum van Breda, dichter bij de winkels en cafés . Bovendien brengt een verhuizing onrust in haar hoofd waardoor ze vatbaarder is voor nieuwe verleidingen. Ook heeft ze net haar vaste baan als persoonlijk begeleider opgezegd om als freelance fotograaf en reisblogger aan de slag te gaan. Voor de zekerheid heeft ze nog wel een uitzendklus in de zorg achter de hand.

Ook vertelt Vriends op middelbare scholen over haar verslaving en hoe ingrijpend de gevolgen kunnen zijn. „Ik vertel hen over mijn problemen, maar ik wil jongeren ook een positieve boodschap meegeven: met de juiste hulp, kan het goedkomen. Pas toen ik mijn koopverslaving niet meer voor mezelf hield, ging het beter met mij. Maar daarvoor moest ik wel de schaamte voorbij.”

LEVEN

Diana Vriends (Zundert, 1987) ging naar de middelbare school in Etten-Leur en deed daarna de mbo-opleiding detailhandel in Breda. Ook volgde ze een mbo-opleiding persoonlijk begeleider met ervaringsdeskundigheid. Tot februari was ze persoonlijk begeleider bij GGZ-instellingen.

Vriends werkt nu als agogisch medewerker, freelance fotograaf en reisblogger. Ook houdt ze lezingen over haar koopverslaving, vooral op middelbare scholen en werkt ze aan een boek over dit onderwerp.

‘Ik kan toch moeilijk nooit meer naar de winkel gaan’

Tags: , ,


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑