AD - Serie Toekomstmenu

Published on september 26th, 2022 | by Irene van den Berg

0

Nederlandse bonen vol met eiwitten, maar hier nog onbekend

Eiwitten zijn een belangrijk onderdeel van onze voeding, maar het op grote schaal produceren en eten van eiwitrijke producten als vlees en zuivel is weinig duurzaam. Deze Nederlandse eiwitboeren bieden een plantaardig alternatief.

Feitelijk zijn er al heel veel ‘eiwitboeren’ in ons land: Nederland telde in 2021 meer dan 15.000 melkveehouderijen, meer dan 3000 varkensboerderijen en zo’n 560 legkippenbedrijven. In het voedsel dat zij produceren, zitten veel eiwitten, een belangrijke voedingsstof voor ons lichaam. Tegelijkertijd leidt de intensieve veehouderij in Nederland tot veel milieuproblemen, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen, ammoniak en fijnstof. Hierdoor is er steeds meer aandacht voor plantaardige eiwitboeren. Zij verbouwen eiwitrijke gewassen als veldboon, lupine, soja en kikkererwt.

In 2050 zijn we naar schatting met 10 miljard mensen op aarde. Om die allemaal te voeden, zonder de aarde kapot te maken, moeten we drastisch anders gaan eten. Wat betekent dat voor de voedingsindustrie en voor ons als consument? Vandaag deel 11: ‘eiwitboeren’ bieden een plantaardig alternatief voor vlees en zuivel. Lees hier de eerdere afleveringen terug.

Henk Janknegt uit Zeewolde is een van die eiwitboeren. Naast gewassen als aardappels en suikerbieten, teelt hij veldbonen. Veldbonen zijn een stikstofbindend gewas, wat betekent dat ze stikstof uit de lucht opslaan in de bodem. Hierdoor is er minder kunstmest nodig, een groot voordeel in deze stikstofcrisis. Veldbonen behoren bovendien tot de vlinderbloemigen, die vanwege de pollen en nectar zeer aantrekkelijk zijn voor insecten, wat weer goed is voor de biodiversiteit. Veldbonen zijn goed voor de aarde, maar helaas niet voor de portemonnee van de boer. Janknegt: ,,Afgelopen zomer heb ik helemaal niets aan de veldbonen verdiend.”

Dat komt omdat er nog nauwelijks een afzetmarkt is voor veldbonen. Alleen als veevoer, maar dan leveren ze weinig op. Terwijl veldbonen, vanwege het hoge eiwitgehalte, ook een uitstekende vervanger van soja in bijvoorbeeld vleesvervangers zijn. ,,We kappen aan de andere kant van de wereld oerwouden voor de verbouw van soja, terwijl we in Nederland veldbonen kunnen telen die goed zijn voor bodem en biodiversiteit”, moppert de akkerbouwer. Zijn verhaal maakt duidelijk: als de politiek de eiwittransitie – de verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitbronnen – daadwerkelijk serieus neemt, moet er nog veel gebeuren.

Smoothie van favabonen

In het bedrijfsleven worden de eerste stappen gezet. Cosun Protein werkt bijvoorbeeld aan de verwerking van veldbonen tot ingrediënten voor voedingsmiddelen. Het betekent een koerswijziging voor de Nederlandse agrocoöperatie Cosun, producent van onder meer suiker en bewerkte aardappelen, waar Cosun Protein onderdeel van is. ,,Wij zijn goed in het telen en verwerken van landbouwproducten tot koolhydraten in de vorm van zetmeel en suikers, maar we zien dat er ook steeds meer vraag is naar plantaardige eiwitten. Daar willen we op inspringen om zo een bijdrage te leveren aan de eiwittransitie”, zegt Paulus Kosters, technisch directeur bij het bedrijf.

Cosun Protein wil de eiwitten uit de favaboon, een soort veldboon, verwerken in zuivelalternatieven. ,,Het eiwitisolaat uit de favaboon is neutraal van smaak en heeft een romige structuur. Dat maakt hem heel geschikt voor zuivelvervangers en sauzen”, vertelt Kosters. De eerste smoothie met veldboneneiwit moet volgend jaar in de Nederlandse supermarkt liggen.

Maar of Cosun die favabonen grootschalig bij Nederlandse telers gaat inkopen, is nog maar de vraag. In andere Europese landen, zoals België en Duitsland, krijgen de telers van vlinderbloemigen subsidie van de overheid waardoor zij hun producten goedkoper kunnen aanbieden. Vlaamse boeren krijgen bijvoorbeeld jaarlijks 600 euro subsidie per hectare veldbonen.

,,Het is belangrijk dat de akkerbouwers en onze leden kunnen verdienen aan deze gewassen. Als bedrijf willen we ook winst maken en daarom is de eerste stap dat we producten gaan ontwikkelen waarin we eiwitrijke gewassen kunnen verwerken. Daarna wordt het ook gemakkelijker voor Nederlandse boeren om een afzetmarkt te vinden”, reageert Kosters.

Oneerlijke concurrentie door ontbreken subsidie

Volgens boer Janknegt moet de Nederlandse overheid meer doen om de eiwitboeren te helpen. ,,Ik ben geen groot voorstander van subsidies: uiteindelijk moet je het als boer zelf redden. Maar als andere landen wel subsidies verstrekken, ontstaat er oneerlijke concurrentie. De overheid kan dat voorkomen door te voorkomen dat die bonen gemakkelijk geïmporteerd kunnen worden.”

Er worden ook veel eiwitgewassen uit de Verenigde Staten, Canada en Australië geïmporteerd. Vanwege het lange transport is dat minder duurzaam. De grote boosdoener is, volgens Janknegt, een vrijhandelsovereenkomst uit 1992 (het Blair House Akkoord). De Europese Unie sprak toen met de Verenigde Staten af om de EU-marktbescherming voor de teelt van eiwitrijke gewassen af te schaffen. ,,Dat was de doodsteek voor de verbouw van eiwitrijke gewassen in Nederland”, stelt de eiwitboer.

Ook het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vindt dat nu een gemis. Al was het maar omdat het de hete adem van Europa in zijn nek voelt. De Europese Commissie wil dat Europa minder afhankelijk wordt van de import van eiwitrijke gewassen en heeft alle lidstaten opgedragen een plan te maken.

In 2020 presenteerde landbouwminister Carola Schouten de ‘Nationale Eiwitstrategie’ om Nederlandse telers van eiwitrijke gewassen te helpen. De Nederlandse overheid beloofde daarin dat EU-wetgeving op dit punt zal ondersteunen, onderzoek financiert en bedrijven bij elkaar brengt. Dat leidde tot de ‘Green Deal Eiwitrijke gewassen’ oftewel de Bean Deal, die oud-minister Staghouwer half juli ondertekende. 56 organisaties, van groenteconservenfabrikant HAK tot natuurbeschermingsorganisatie WWF beloven zich te gaan inzetten om de teelt van eiwitrijke gewassen weer economisch aantrekkelijk te maken voor boeren.

De lupine voor salades, soepen, groente en sauzen

Marieke Laméris, initiatiefnemer van Lekker Lupine schreef mee aan deze ‘Bean deal’. Lekker Lupine wil de consumptie en teelt van biologische lupine in Nederland stimuleren. ,,Die Green Deal gaat om samenwerking tussen verschillende partijen in de keten, van boer tot verwerker tot cateraar en supermarkt. Alle partijen geloven dat die nodig is om de teelt, en dus ook het verdienmodel voor de boer, van de grond te krijgen”, verklaart Laméris.

Lupine is, net als de veldboon, een eiwitrijke peulvrucht. De bonen kan je net als andere peulvruchten eten bijvoorbeeld in salades, soepen, groente en sauzen. Ook worden er vlees- en zuivelopvolgers van gemaakt. Veel Nederlanders hebben echter nog nooit van lupine gehoord. Dat gold tot een paar jaar geleden ook voor Laméris, marketeer in agrifood branche. ,,Toen ik van lupineteler André Jurrius hoorde over de grote voordelen van het product voor mens en natuur was ik verbaasd dat niemand het kende en ben ik samen met hem Lekker Lupine gestart.”

Naamsbekendheid is één ding, maar Laméris wil ook dat consumenten kiezen voor lupine van de Nederlandse boer. Janknegt: ,,Het is jammer dan de Nederlandse bonen niet rood-wit-blauw zijn, want dan zou je het verschil zien.”

Nederlandse veldbonen vol met eiwitten, maar hier nog onbekend: ‘Het is jammer dat ze niet rood-wit-blauw zijn


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑