Published on juli 7th, 2022 | by Irene van den Berg
0Lege schappen en boze boeren: de stikstofcrisis uitgelegd
Snelwegen, distributiecentra en zelfs het Mediapark in Hilversum werden geblokkeerd. De boeren zijn boos om de stikstofplannen van het kabinet. Maar waar gaat de stikstofcrisis eigenlijk over? ‘Jarenlang deed het kabinet te weinig, dat moet nu ingehaald.’
Op tientallen plaatsen in het land blokkeerden boeren vandaag wegen en snelwegen. Ook distributiecentra van supermarkten werden met tractoren geblokkeerd, net als het Mediapark in Hilversum. De boeren zijn boos omdat het kabinet eist dat door het hele land de uitstoot van stikstof moet dalen: dat betekent dat veel boerenbedrijven zullen moeten krimpen of sluiten.
De eisen van het kabinet zijn niet mals: in Limburg moet uitstoot meer dan gehalveerd worden. In beschermde natuurgebieden moet de uitstoot zelfs met minstens 95 procent omlaag. De gevolgen voor de landbouw (de voornaamste bron van stikstofuitstoot) zullen ingrijpend zijn. Het is waarschijnlijk dat de veestapel flink zal moeten krimpen. Het moet wel, stelt de minister: jarenlang deed Nederland te weinig om de uitstoot van stikstof te beperken en dat moet nu ingehaald.
Het is al met al een recept voor steeds terugkerende boosheid en ophef, niet alleen bij de boeren. Om overzicht te scheppen: de stikstofcrisis in vijf vragen.
1) WAT IS STIKSTOF PRECIES EN WAAROM IS HET SCHADELIJK?
Stikstof (N2) zit overal in de lucht. Zo’n 80 procent van de atmosfeer bestaat er zelfs uit. Het is een voedingsstof voor plantengroei en wordt daarom gebruikt in meststoffen. Maar de huidige hoeveelheid, die voornamelijk wordt uitgestoten in de landbouw (in de vorm van ammoniak – NH3), en in de industrie en het verkeer (als stikstofoxiden – NOx), is bijzonder schadelijk. Stikstof is namelijk een belangrijke veroorzaker van fijnstof, en het overschot aan stikstofuitstoot leidt tot neerslag (depositie) op de natuur.
Zodra een plant de maximumhoeveelheid stikstof heeft opgenomen, spoelt het restant uit naar het grondwater. Daarbij vloeien andere voedingsstoffen, zoals calcium, kalium en magnesium, mee. Zo ontstaat een tekort aan die voedingsstoffen en een overschot aan stikstof, waardoor sommige planten te hard en andere juist helemaal niet meer groeien. De neerslag veroorzaakt op die manier een verlies van biodiversiteit.
Een voorbeeld: in heidegebieden zorgt de toename van stikstof voor méér grassen en bomen die de heidestruiken, en daarmee ook de dieren die bij de heide horen, verdringen. Daarbij worden ook de bodem- en luchtkwaliteit aangetast, wat schadelijke gevolgen heeft voor dieren en mensen.
2) SINDS WANNEER BESTAAT ER OPHEF OVER STIKSTOF?
De zorgen over stikstof zijn niet bepaald nieuw, zegt Wim de Vries, buitengewoon hoogleraar Milieusysteemanalyse aan de Universiteit Wageningen. “Dit speelt al sinds we het over zure regen hadden”, zegt De Vries. “Die regen bestond uit zwavel en stikstofverbindingen. Dat was in feite ditzelfde stikstofprobleem.” Het zureregenprobleem speelt al sinds de jaren tachtig.
Sindsdien heeft de Nederlandse overheid dan ook geprobeerd de stikstofuitstoot te verminderen. Vanaf 1990 is de stikstofuitstoot ook daadwerkelijk gehalveerd, maar toch blijft ze hoger dan de kritische waarde. Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) van de overheid moest uitkomst bieden, maar deed dat niet. De overheid gebruikte het programma namelijk om toestemming te geven voor activiteiten die stikstof uitstoten en een beroep deden op eventuele stikstof-beperkende maatregelen die nog helemaal niet hadden plaatsgevonden. De regeling ging uit van aannames, en niet van tastbare resultaten.
Vooraf toestemming geven voor projecten die stikstof uitstoten, zonder dat dit daadwerkelijk gecompenseerd wordt, mag sinds een uitspraak van de Raad van State eind mei 2019 niet meer: in dat jaar oordeelde de RvS dat de Nederlandse aanpak niet voldeed aan Europese natuurbeschermingsregels. Deze ‘stikstofuitspraak’ had grote gevolgen voor de bouwsector en de landbouw: er konden geen vergunningen meer worden uitgegeven voor het bouwen van woningen, wegverbredingen en de aanleg van nieuwe stallen. Nederland kan pas weer van het stikstofslot als het kabinet met serieuze plannen komt om de natuur te beschermen
De limiet is simpelweg bereikt, stelde een rechter. Het kabinet moet daarom drastische doelen stellen. Hoe de doelen, die het kabinet vorige week presenteerde, behaald moeten worden, moet nog worden uitgewerkt. Provincies hebben tot 1 juli 2023 de tijd om met eigen plannen te komen. De vraag is echter of provincies als Noord-Brabant en Limburg hun poot stijf durven te houden als boeren met nieuwe acties komen. Wellicht zullen politici, met de Provinciale Statenverkiezingen van volgend jaar in zicht, de maatregelen proberen af te zwakken.
3) WORDT ER TE VEEL VAN DE BOEREN GEVRAAGD?
Boeren stellen dat vooral zij verantwoordelijk worden gehouden voor het oplossen van het stikstofprobleem. Dat vinden ze oneerlijk. Ze wijzen naar de industriële uitstoot en de uitstoot van (lucht)verkeer. Het klopt dat die sectoren erg vervuilend zijn, maar dat de landbouw de meest vervuilende sector in Nederland is staat vast: in zijn eentje stoot de sector meer dan de helft van alle stikstof uit, vooral door de veeteelt.
Boeren hebben er de afgelopen decennia veel aan gedaan die hoge stikstofuitstoot terug te brengen. Dat kon bijvoorbeeld door het in de bodem injecteren van mest (in plaats van strooien), of het afdekken van mestopslagplaatsen. Die maatregelen werden afgedwongen door de overheid, zegt De Vries. “En als je de natuurdoelen echt wilt halen, dan zijn alle emissiebeperkende maatregelen die boeren toepassen gewoon niet voldoende. We moeten met z’n allen minder uitstoten, maar de landbouwsector is nu eenmaal de grootste vervuiler. Dus het is niet meer dan logisch dat we daar ook het meeste moeten besparen.”
Een drastische inkrimping van de veestapel is volgens De Vries onvermijdelijk. Veel boeren zijn dan ook bang hun bedrijf te verliezen. Actiegroep Farmers Defence Force verwacht dat er de komende tijd grote acties gaan komen van boeren. Voorzitter Mark van den Oever zei tegen de Telegraaf dat ‘de maat helemaal vol is’.
4) WAT HEBBEN BOUWPROJECTEN MET STIKSTOF TE MAKEN (EN MET BOEREN)?
Na de stikstofuitspraak in mei 2019 werd plotseling de uitgifte van nieuwe bouwvergunningen stilgelegd om extra uitstoot van stikstof te voorkomen. Dat betekent niet dat de bouw de afgelopen jaren stil heeft gelegen. Om te zorgen dat projecten toch doorgingen, werd een geitenpaadje bedacht. Zo werden worden de stikstofrechten van bijvoorbeeld gesloten boerderijen en afgebrande fabrieken aangesproken.
Bouwtoestemming kon ook worden verleend in het geval van dwingend belang én als er compenserende maatregelen worden getroffen. Een andere optie is dat een bedrijf aantoont dat de extra stikstofdepositie die een project veroorzaakt geen schade toebrengt aan de nabijgelegen natuurgebieden. Dit noemt men een ‘ecologische onderbouwing’, maar in de praktijk is dat bijzonder ingewikkeld aan te tonen. Projecten waarvoor al een onherroepelijke vergunning is verleend, mochten ook doorgaan.
In februari bleek echter, uit een rondgang van dagblad NRC dat vijf provincies opnieuw bouwvergunningen weigerden vanwege stikstof. Zo legde provincie Overijssel in februari vijftig vergunningsaanvragen stil, voor onder meer bouw- en infrastructurele projecten.
5) HOE KOMEN WE VAN HET STIKSTOFPROBLEEM AF?
Inkrimping van de veestapel lijkt onvermijdelijk. De kabinetsplannen voor het terugdringen van de stikstofuitstoot zullen ertoe leiden dat de veestapel over een jaar of tien zo’n 30 procent kleiner is, berekende het Planbureau voor de Leefomgeving onlangs.
De Vries erkent ook dat de veestapel moet krimpen, maar vindt dat er nog meer moet gebeuren. “Niet alleen de veehouderij, maar ook de verkeerssector en de industrie moeten simpelweg minder gaan uitstoten”, zegt de hoogleraar. “Het is net als met klimaatbeleid: wil je de natuur echt herstellen, dan moet je heel grote stappen zetten. Er moet een gedragsverandering plaatsvinden in de hele maatschappij; minder vlees eten, minder goedkoop consumeren, de fiets pakken in plaats van de auto. We zijn wel altijd kritisch op de agrarische sector, maar moeten ook heus naar onszelf kijken.”
Ook jij kunt als burger dus bijdragen aan zo min mogelijk stikstof in de lucht. Marieke Reisinger van Milieu Centraal heeft daarvoor twee praktische tips: “Als je met de auto bijvoorbeeld niet 130 kilometer, maar 100 kilometer per uur rijdt, scheelt dat al 27 procent uitstoot.” Ook het controleren van de bandenspanning van je auto is een goede maatregel. “Op harde banden verbruikt je auto minder brandstof en is de uitstoot dus lager”, zegt Reisinger. “Dat zorgt voor minder milieuschade en scheelt ook nog eens geld.” De auto (vaker) laten staan draagt uiteraard ook flink bij aan de vermindering van uitstoot.
Minder hard of minder vaak met de auto rijden kan ook een belangrijk psychologisch effect hebben, denkt Wim de Vries. “Mensen worden zich dan in ieder geval bewust van het probleem, en realiseren zich dat iedereen invloed heeft. Het stikstofoverschot is deels een lokaal probleem, dat je kunt oplossen door lokaal veel minder uit te stoten. Daarom heeft ook de burger een deel van de oplossing in handen.”
Lege schappen en boze boeren: de stikstofcrisis uitgelegd