OneWorld

Published on april 16th, 2019 | by Irene van den Berg

0

Hoe ga je om met klimaatsceptici?

Een korte cursus reageren op klimaatontkenners

In discussie gaan met klimaatsceptici leidt bij journalist Irene van den Berg vooral tot frustratie. Maar het zwijgend aanhoren voelt ook niet goed. Ze zoekt daarom een antwoord op de vraag: wat zeg je tegen een klimaatontkenner?

Onder een van mijn columns op LinkedIn is een reactie gekomen. “Droogtes, overstromingen en orkanen zijn van alle tijden. Er is geen toename van extreme weersomstandigheden volgens de wetenschap, alleen volgens Greenpeace. Nu is het iets warmer, straks koelt het weer af en verlangen we terug naar deze milde jaren.” Een vlek op mijn werk, eentje die ik niet onweersproken kan laten: straks denkt iemand nog dat het waar is. Dus reageer ik, dat er wel dégelijk wetenschappelijke consensus bestaat dat de aarde opwarmt, door toedoen van de mens. Ik verwijs naar het IPCC, het VN-instituut voor klimaatonderzoek. Wat volgt is een tirade over het IPCC. Weet je wat, laat maar.

Omdat ik geregeld schrijf over (on)duurzaam gedrag krijg ik nogal eens reacties van klimaatsceptici. Van warrige brieven per post, onderstreept met felgekleurde marker, tot boze en denigrerende reacties op sociale media. En een enkele keer een goed geformuleerd epistel. Wat de reacties gemeen hebben zijn de vele vraagtekens die erin staan. Waar komt het onderzoeksgeld van de klimaatwetenschappers vandaan? En weet ik wel dat planten CO2 nodig hebben om te groeien, en waarom hoor je die klimaatfanatici dáár nooit over?

Drogredeneringen

“Klimaatsceptici werpen veel vragen op maar lijken vaak niet geïnteresseerd in antwoorden”, valt ook Bart Verheggen op. Ik bel de docent aard- en klimaatwetenschappen van het Amsterdam University College omdat hij zich op zijn blog en Twitter-account geregeld mengt in discussies over het klimaat. Ogenschijnlijk onvermoeibaar blijft hij de argumenten van klimaatsceptici weerleggen. “Klimaatsceptici blijven telkens met dezelfde drogredeneringen komen. Inmiddels heb ik ze allemaal wel eens gehoord, dus veel tijd kost het niet meer om te zien waar de redenering spaak loopt”, vertelt Verheggen.

Maar heeft-ie er wel eens eentje overtuigd?, vraag ik hoopvol. “Nee, ik geloof niet dat ik ooit een keiharde ontkenner het licht heb laten zien”, zegt Verheggen na een korte denkpauze. “Dat komt omdat ze meestal tot hun mening zijn gekomen vanuit een aversie tegen overheidsingrijpen, in plaats van op basis van wetenschappelijke argumenten.”

Echte klimaatontkenners overtuigen lukt niet, zegt ook communicatiemedewerker Mélisande van Engelenburg van Milieudefensie. “Mensen die al heel vaak hebben geroepen dat klimaatverandering onzin is, zullen daar niet gauw meer vanaf stappen. Ze hebben zo veel in die mening geïnvesteerd dat dat zou voelen als gezichtsverlies.” Milieudefensie krijgt steeds vaker te maken met klimaatontkenners. “Vooral rond de scholierenstaking was er een piek. We zijn nog lerende hoe daar mee om te gaan.”

Meelezers

Verheggen richt zich met zijn blog niet op ontkenners maar op geïnteresseerde meelezers. “Er staat veel onzin online over het klimaat. Ik vind het belangrijk dat daar repliek van wetenschappers op komt.” Niet alleen op sociale media hoort hij onwaarheden. “Bij de sportclub zei een man dat het helemaal niet zeker is dat klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt. Ik heb hem uitgelegd dat er voldoende bewijs voor is dat de aarde opwarmt door menselijk handelen. Misschien overtuig ik hem niet, maar wel zijn gesprekspartner of andere mensen op de club.”

Bewonderenswaardig, maar ik geloof niet dat ik dat zou durven. Volgens Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie en auteur van Je bent wat je doet, is dat niet erg. Sterker nog, een te sterke zendingsdrang kan volgens haar averechts werken. “Tussen de hartstochtelijke klimaatactivist en de fervente klimaatontkenner zit een breed spectrum van mensen. De uitersten zullen nooit nader tot elkaar komen. De grootste groep is echter het stille midden: mensen die wel bereid zijn aan te nemen dat het klimaat verandert en dat de mens daar de oorzaak van is. Alleen weten ze niet wat ze daarmee aan moeten.”

Niet betweterig

Vonk raadt af om te gaan bakkeleien over wetenschappelijke feiten, zoals ik op LinkedIn deed. “Over denkbeelden kun je van mening verschillen, over feiten niet. Als je dat wel doet, wek je ongewild de indruk dat die feiten openstaan voor discussie.” Een positief verhaal over de effecten van gedragsverandering is volgens haar veel nuttiger. En dan niet op een betweterige toon. “Dan vinden mensen je niet sympathiek en zetten ze hun hakken in het zand. Reageer dus eerst enthousiast op iemands vliegvakantie en vraag daarna pas of hij ooit heeft nagedacht over de CO2-uitstoot van vliegtuigen”, zegt Vonk. “Je hoeft het alleen te vragen, en als iemand afwerend reageert hou je erover op. Zie het als een zaadje planten dat later kan ontkiemen. Mensen zullen niet gelijk zeggen: goed punt, voortaan vlieg ik niet meer.”

Engelengeduld

Van Engelenburg van Milieudefensie kiest altijd voor een pragmatische benadering. “Ik ga bijvoorbeeld op zoek naar iets gemeenschappelijks. Als ik uit het verhaal van een klimaatontkenner kan afleiden dat zijn scepsis vooral wordt veroorzaak door de hoge kosten van alle klimaatmaatregelen, dan antwoord ik dat ik zijn zorg over de kosten deel. En ik ga dan verder niet in op alle argumenten waar ik het niet mee eens ben. Ook probeer ik veel vragen te stellen, zodat er een gesprek ontstaat.”

Dat vraagt om een portie engelengeduld, merk ik als ik een nieuwe reactie onder mijn column lees. “Irene is dom. Dat een standpunt wordt gedeeld door een groep van mensen zegt niets over de kwaliteit van dat standpunt. Als iemand dat niet door heeft, is die persoon dom. En wellicht zelfs van slechte wil.” Ook klimaatwetenschapper Verheggen moet soms tot tien tellen. “Toen ik begon, was ik heel geduldig. Maar na tien jaar flut-argumenten ben ik dat niet altijd meer. Dan komt er ook wel eens een cynische opmerking uit. Ik ben ook maar een mens.”

Hoogleraar Vonk heeft wel hoop. “De meeste mensen laten zich wel degelijk beïnvloeden door anderen; het is dus ook mogelijk om de publieke opinie te beïnvloeden. Alleen heeft dat tijd nodig. De heersende opinie ten opzichte van roken is totaal omgeslagen. Ik geloof dat dat met vlees eten en vliegen ook gaat gebeuren.”

8 retorische trucs in het klimaatdebat, en hoe je daarop kunt reageren:

  • 1) Framing: woorden en beelden zo kiezen dat ze direct een gevoel oproepen

Voorbeeld: Wanneer je probeert duurzamer te leven ben je klimaathysterisch, politiek correct, een deugmens of gutmensch.

Reactie: Benoem een ‘frame’ waar je je wel prettig bij voelt, zoals: ik voel me niet klimaathysterisch maar klimaatbezorgd. Of gebruik het frame als geuzennaam, noem jezelf vol trots een gutmensch of klimaatdrammer. Met de hashtag #ichbineingutmensch neem je de ander de wind uit de zeilen.

  • 2) Anekdotisch bewijs: een enkel geval aanroepen als bewijs voor een regel

Voorbeeld: Het is nu koud buiten, dus er is geen klimaatverandering.

Reactie: Lever anekdotisch bewijs voor het tegendeel: het was vorige week warm, dus er is wél sprake van klimaatverandering. Zo confronteer je de ander met de eigen drogredenering.

  • 3) Bangmakerij

Voorbeeld: Klimaatfanatici pakken onze gehaktbal af.

Reactie: Wanneer iemand de bangmakerij-truc in de strijd gooit, benoemt diegene meestal zijn eigen angsten. Vraag daarover door: waar ben je precies bang voor en is dat wel terecht? Bijvoorbeeld, waarom vind je het zo lastig om te minderen met vlees?

  • 4) Persoonlijke aanval

Voorbeeld: Jij bent dom – of erger – omdat je in klimaatverandering gelooft.

Reactie: Hier valt meestal geen eer aan te behalen, ga verdere discussie uit de weg.

  • 5) Vragen om bewijs: de discussie ontregelen door heel specifieke bewijsvoering te vragen

Voorbeeld: Zeg dan eens precies hoeveel de zeespiegel nu al is gestegen door het smelten van de ijskappen?

Reactie: Het is in een discussie heel legitiem om de ander om bewijs te vragen. Maar het wordt een retorische truc als iemand de vraag om bewijs gebruikt om het gesprek te ontregelen. Heb je het gevoel dat dat gebeurt, vraag de ander dan om harde bewijzen voor het tegendeel. Ontbreekt het jouzelf aan feitenkennis, ga dan eens naar deze website voor allerlei feiten rond klimaatverandering.

  • 6) Jij-bakken: proberen de ander in diskrediet te brengen door erop te wijzen dat hij niet consequent handelt

Voorbeeld: Jij zegt dat je je zorgen maakt om klimaatverandering, maar je hebt wel een auto.

Reactie: De jij-bak wordt vaak gebruikt om af te leiden van de inhoud. Laat je niet verleiden om in de verdediging te gaan. Misschien kun je dit citaat van Roos Vonk aanhalen: beter inconsequent goed, dan consequent fout.

  • 7) Aanspraak doen op de vrijheid van meningsuiting

Voorbeeld: De linkse elite wil klimaatsceptici de mond snoeren.

Reactie: Leg uit dat je alleen kunt discussiëren over meningen, niet over feiten. Beweren dat een banaan paars is, is geen vrijheid van meningsuiting.

  • 8) De boodschapper in twijfel trekken

Voorbeeld: Klimaatdeskundigen kunnen niet eens het weer van volgende week voorspellen, hoe kunnen ze dan ooit weten wat het klimaat over twintig jaar doet?

Reactie: Probeer de boodschapper los te trekken van de boodschap. Oké, de ander vertrouwt de boodschapper niet. Maar dat is nog geen bewijs dat alles wat de boodschapper beweert onzin is.

Hoe ga je om met klimaatsceptici?

Tags:


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑