OneWorld

Published on december 23rd, 2019 | by Irene van den Berg

0

Wat heb je aan een keurmerk?

Als je de vele keurmerken op de wikkels ziet, lijkt het of er geen duurzamer product in de supermarkt ligt dan chocolade. Toch bezorgt een keurmerk de cacaoboer in West-Afrika niet automatisch een beter leven. Hoe weet je als consument dan of jouw reep duurzaam is?

Voor veel chocoholics zal het een herkenbare situatie zijn: je staat te treuzelen voor het chocoladeschap in de supermarkt, twijfelend tussen smaken en keurmerken. Uiteindelijk druk je je sluimerende schuldgevoel weg door voor de verpakking te kiezen met de meeste ‘eerlijke’ logo’s erop.

Om maar te beginnen met het slechte nieuws: je kunt er nooit zeker van zijn dat de reep in je karretje helemaal eerlijk is geproduceerd. Een keurmerk is helaas geen garantie dat de reep vrij is van kinderarbeid en dat de cacaoboer zijn gezin kan onderhouden. Ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib stelt het zo op haar website: “ondanks alle pogingen van verscheidene bedrijven en keurmerken bestaan er nog veel misstanden in de cacao-industrie. Het is als eerlijke kleding proberen te kopen: helemaal eerlijk is het nooit, maar het is (soms) wel ietsje eerlijker.”

De Cacao Barometer 2018, opgesteld door een netwerk van Ngo’s als Solidaridad, Hivos en Oxfam Novib, stelt dat je je als consument weinig illusies moet maken over de keurmerken op je chocoladereep. “Geen enkele standaard heeft significant kunnen bijdragen aan een leefbaar inkomen voor de boeren, of hen uit de structurele armoede kunnen halen. Het gemiddelde inkomen van de gecertificeerde cacaoboeren ligt weliswaar ietsje hoger, maar de totale impact is relatief klein. De gemiddelde gecertificeerde cacaoboer blijft arm”, stelt het rapport.

Niet boven armoedegrens

Ook uit nieuw onderzoek milieueconoom Yuca Waarts van de Universiteit Wageningen blijkt dat een keurmerk er niet of nauwelijks voor zorgt dat de cacaoboeren minder arm worden. “Het gezinsinkomen neemt vaak wel wat toe, maar onvoldoende om de boeren boven de armoedegrens uit te laten komen”, verklaart Waarts. Ook de chocoladefabrikanten, die een keurmerk voeren, betalen dus nog te weinig voor de cacao.

Een voorbeeld: het keurmerk Fairtrade, dat in Nederland wordt uitgegeven door Stichting Max Havelaar, rekent met een minimumprijs 2,4 dollar per kilo (tot 1 oktober was dat nog 2 dollar per kilo). Als je in de winkel chocolade koopt met het Fairtrade logo, dan weet je dus zeker dat voor de cacao uit die reep dat bedrag is betaald. Maar: “Dat is het absolute minimum. Onder dit bedrag legt de boer zelfs toe op de productie”, verklaart Peter d’Angremond, directeur van Max Havelaar.

Liever zou Fairtrade zien dat chocoladefabrikanten cacaoboeren de leefbaar inkomen referentieprijs betalen. Die komt neer op 3 dollar per kilo. Dat bedrag is gebaseerd de living income benchmark, een graadmeter wat een boerenfamilie in een bepaalde regio moet verdienen om in haar basisbehoeften te kunnen voorzien. Denk aan kosten voor voedsel, huisvesting, kleding, medische zorg, scholing, transport en een financiële buffer. Ook de kosten voor de teelt worden meegenomen. Volgens die berekening zou een boer in Ivoorkust 5526 dollar per jaar moeten verdienen om zijn gezin te onderhouden. Fairtrade rekende dat inkomen om naar een gemiddelde kiloprijs van 3 dollar.

Fabrikanten werken niet mee

Maar slechts een handjevol merken, waaronder Tony Chocolonely, betaalt nu al die leefbaar inkomen referentieprijs. De rest van de merken met Fairtrade logo betaalt te weinig om een leefbaar inkomen te kunnen verdienen. “De financiële belangen zijn groot. De chocoladefabrikanten hebben te maken met aandeelhouders die alsmaar meer rendement willen. Maar dat gebeurt wel over de rug van de boeren”, stelt d’Angremond.

De directeur zegt voor de lagere minimumprijs van 2,4 dollar te hebben gekozen omdat anders een groot aantal chocoladeproducenten uit het keurmerk zou stappen. “In dat geval zijn de boeren nog slechter uit. Dit was ook mede een beslissing van de boeren, die de helft van het stemrecht hebben binnen Fairtrade. Zij zijn bang om inkomen te verliezen.”

Een ander probleem is dat de boeren vaak maar een deel van de totale productie tegen Fairtrade voorwaarden verkopen – door een tekort aan afnemers dat meewerkt aan Fairtrade – terwijl er wel kosten verbonden zijn aan de standaarden en inspecties. Tussen de 20 en 60 procent van de cacao die als gecertificeerde cacao werd geproduceerd, wordt niet verkocht als gecertificeerde cacao, stelt de Cacao Barometer. De boeren lopen daarmee deels de hogere prijs voor gecertificeerde cacao mis.

De directeur van Fairtrade ziet dat de houding van chocoladefabrikanten langzaam verandert. “We zijn met een groot aantal partijen in gesprek. Daar is recent uitgekomen dat ook het Albert Heijn huismerk overstapt naar cacao met een leefbaar inkomen referentieprijs.”

Volgens de directeur is er sinds een paar jaar ook een financiële stimulans om beter voor cacao te betalen. “Financiers, en investeerders als pensioenfondsen, letten er steeds beter op of bedrijven geen mensenrechten schenden. Daaraan kleeft namelijk ook het financiële risico dat een bedrijf een keer een claim aan zijn broek gaat krijgen. Er lopen tegen de tabaksfabrikanten niet alleen rechtszaken van longkankerpatiënten maar tegen British American Tobacco ook van slachtoffers van kinderarbeid bij de verbouw van tabak. Chocoladefabrikanten lopen dat risico in de toekomst ook als ze niet beter gaan betalen.”

Weinig land

Waarts gelooft niet dat versterking van de keurmerken het Ei van Columbus is. “Een deel van de cacaoboeren heeft zo weinig land dat ze nooit een leefbaar inkomen uit kunnen halen, hoe hoog de prijs of de productiviteit ook is.” Landhervorming kan voor hen een oplossing zijn, stelt Waarts. “Wanneer deze boeren hun land verkopen of verpachten, kan dat andere boeren weer kansen geven. Maar dan moeten overheden en hulporganisaties de landverkopende boeren wel helpen met nieuwe inkomstenbronnen zoeken.” Ze waarschuwt bovendien dat bij een focus op een hogere prijs sommige fabrikanten hun cacao gewoon elders halen.

Ook chocoladefabrikant Nestlé is er niet van overtuigd dat meer betalen altijd de oplossing is. “Zomaar roepen dat boeren meer geld moeten krijgen, is te kort door de bocht. Als een boer maar 4 cacaobomen heeft, kan hij daar nooit een leefbaar inkomen uit halen”, stelt woordvoerder Judy Schnitger – Zwinkels van Nestlé. De woordvoerder kan niet precies zeggen hoeveel Nestlé per kilo betaalt, maar geeft toe dat het minder is dan het leefbaar inkomen is van 3 dollar per kilo. Ze worstelt om uit te leggen waarom dat zo is. “Ik zou graag zeggen: we betalen veel meer, maar dat is een droomscenario. Ik kan alleen zeggen dat ik ook vind dat er wel wat meer aandacht voor mag komen binnen het bedrijf.”

Kinderhandjes en bomenkap

De lage prijzen werken kinderarmoede in de hand. Boeren hebben geen geld om arbeidskrachten in te huren en zien zichzelf gedwongen om hun kinderen in te zetten. Zelfs als je chocolade koopt met een keurmerk heb je geen garantie dat deze vrij is van kinderarbeid. Ook d’Angremond kan niet met zekerheid zeggen dat de cacaobonen van de repen die zijn label dragen niet zijn geoogst door kinderhandjes. Al staat wel in de Fairtrade voorwaarden dat kinderarbeid verboden is.

“Om te garanderen dat de chocolade met het Fairtrade keurmerk vrij is van kinderarbeid, zouden we 24/7 als een politieagent op de cacaoplantages aanwezig moeten zijn. Dat is zowel onwenselijk als onmogelijk”, stelt d’Angremond. Treffen controleurs van Fairtrade wél kinderen aan op de plantage, dan betekent dat niet direct dat een boer direct het keurmerk verliest. “Dan gaan we samen met de boer kijken wat er moet gebeuren om de situatie te verbeteren. Het is de droom van iedere ouder dat zijn kinderen naar school kunnen. Alleen soms is het bittere noodzaak dat ze hun kinderen toch op de plantage laten werken. Anders heeft het gezin geen eten. Bij herhaaldelijke overtreding wordt een coöperatie overigens wel degelijk gedecertificeerd”

Die extreme armoede is niet alleen pijnlijk voor de boeren zelf. Maar leidt ook tot enorme milieuproblemen, zoals grootschalige bomenkap. Tussen september 2016 en februari 2017 stortten de prijzen van cacao in als gevolg van overproductie. Dat zorgde pijnlijk genoeg alleen maar tot verdere uitbreiding van de cacaoteelt om het inkomen op peil te houden. En daarvoor werden weer grote stukken oerwoud extra gekapt.

In het rapport Chocolate’s Dark Secret waarschuwen onderzoekers van de Amerikaanse milieuorganisatie Mighty Earth dat er zonder ingrijpen in 2050 geen bos meer over is in Ivoorkust en Ghana. Ondanks inspanningen van het andere grote chocoladekeurmerk Rainforest Alliance, dat begin vorig jaar fuseerde met UTZ Certified en zich direct in voor natuurbehoud.

Keurmerken hebben volgens milieueconoom Waarts te weinig oog voor de effecten van klimaatverandering. “Grote gebieden zullen niet meer geschikt zijn voor cacaoteelt, bijvoorbeeld door droogte. In allerlei programma’s worden boeren vaak geholpen hoe ze climate smart moeten produceren, bijvoorbeeld met irrigatietechnieken. Ik vrees dat klimaatverandering zoveel impact gaat hebben dat dat onvoldoende is. Veel boeren zullen een andere bron van inkomsten moeten vinden.”

Afkicken dan maar?

Terug naar de supermarkt: maakt het dan eigenlijk nog wel uit welke chocolade je koopt? Waarts aarzelt even. “Ja, ik zou toch gaan voor chocolade met een keurmerk. Je hebt dan meer kans dat de boeren ondersteuning hebben gekregen”, aldus de onderzoeker. Op de website staat Fairtrade dat het keurmerk eigenlijk een vorm van ontwikkelingshulp is.

Maar is dat wel fair? Van een keurmerk verwacht de consument iets anders dan van een donatie aan een goed doel. En niet dat het gepaard kan gaan kinderarbeid en grote armoede. Zou de stempel ‘op weg naar fair trade’ niet eerlijker zijn? “Ik snap je vraag maar ‘op weg naar fair trade’ werkt niet echt lekker in een logo”, antwoordt d’Angremond. “Ik ben van mening dat we genoeg goede dingen doen om de classificatie Fairtrade wel te mogen dragen. Zo zijn we het enige keurmerk dat werkt met een minimumprijs en we helpen boeren bij het opzetten van coöperaties om hun positie te versterken”

Op de chocoladerepen vindt je ook veel plakkertjes van bedrijfsprogramma’s. Mondaléz heeft Cocoa Life, Nestlé heeft het Cocoa Plan, Tony’s Chocolonely heeft Open Chain. Dat zijn geen onafhankelijke keurmerken. Het betekent niet dat er niets goeds gebeurt, en volgens bijvoorbeeld milieuorganisatie Mighty Earth hebben die programma’s wel degelijk impact op het milieubehoud. Maar Oxfam Novib constateert wel ‘een gebrek aan autonomie’ bij programma’s van bedrijven, waardoor de betrokken coöperaties weinig ruimte hebben om te onderhandelen over de voorwaarden.

d’Angremond spoort consumenten aan bedrijven aan te sporen openheid te geven over hun toeleveringsketen. Veel bedrijven weten namelijk niet eens precies waar hun cacao vandaan komt. “Elke consument heeft een mond, en niet alleen om chocolade mee te eten. Bedrijven zijn gevoelig voor de publieke opinie, dus laat je stem horen.”

Is het uiteindelijk niet het best om af te kicken van mijn chocoladeverslaving? Waarts: “Nee, juist niet. Wie de boeren wil helpen, kan beter méér chocolade kopen. Als de vraag toeneemt, heb je de meeste kans op prijsstijgingen.”

Tags: , , ,


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑