OneWorld

Published on december 12th, 2022 | by Irene van den Berg

0

Waarom benut Nederland nu pas Europese voedselsteun?

Terwijl steeds meer mensen gebruikmaken van voedselbanken, vonden Nederlandse regeringen geld voor voedselhulp uit Europa niet nodig. Tot dit jaar. ‘Dat voedselbanken bestaan, zou voor de politiek een signaal moeten zijn dat het niet goed gaat.’

Al jaren probeert Tom Hillemans de politiek te bewegen om aanspraak te maken op Europese voedselhulp. Hoewel zo’n 120.000 Nederlanders één keer per week eten halen bij een voedselbank, schat vicevoorzitter van Voedselbanken Nederland Hillemans de groep die in aanmerking komt voor een voedselpakket zelfs op zo’n vier- tot vijfhonderdduizend Nederlanders. Veel meer dus dan zij daadwerkelijk zien langskomen.

De mensen die bij Hillemans en zijn collega’s langskomen, hebben te weinig geld om hun boodschappen (helemaal) zelf te betalen. Om voor steun van de voedselbank in aanmerking te komen, moet je van de voedselbank maandelijks minder dan 300 euro overhouden voor boodschappen, kleding, en andere uitgaven, na aftrek van je vaste lasten. Voor een stel met twee kinderen is dat meer: maximaal 630 euro. Een standaard voedselpakket bevat zo’n 25 producten, genoeg om 2 tot 3 dagen van te eten.

Ondanks het grote aantal Nederlanders dat voedselhulp kan en mag gebruiken, liet de Nederlandse regering jarenlang Europees geld hiervoor onbenut. Waarom liet het kabinet een pot, bedoeld voor kwetsbare mensen, zo lang onaangeroerd?

Europees sociaal fonds

De afgelopen jaren nam het aantal mensen dat gebruikmaakt van voedselhulp flink toe door de coronapandemie en de energiecrisis. Toch blijven veel mensen nog weg. Hillemans, zelf al bijna zeventien jaar vrijwilliger bij voedselbanken: “Er blijven nog veel mensen onder de radar. Zij weten niet van het bestaan van de voedselbanken, beheersen de Nederlandse taal onvoldoende of schamen zich ervoor om van voedselhulp gebruik te maken.”

Zonde, vindt Hillemans, want de voedselbanken kunnen de hulp goed gebruiken. Ze vallen namelijk niet onder de overheid maar moeten zichzelf bedruipen. Hillemans: “We zijn een autonome, private vereniging die afhankelijk is van giften en fondsen.” De meeste van die fondsen komen van particulieren en organisaties en daarnaast komt er subsidiegeld van gemeente en provincies. Maar niet eerder kregen de voedselbanken geld uit Europa.

Terwijl daar dus een pot voor is: het Europees Sociaal Fonds (ESF). Dat moet mensen met een kwetsbare arbeidspositie ondersteunen en armoede tegengaan. Dit jaar deed Nederland voor het eerst een beroep op dit fonds voor voedselhulp en het tegengaan van kinderarmoede. Nederland kreeg 413 miljoen euro toegewezen, waarvan bijna 16 miljoen naar bijvoorbeeld voeding, schoolspullen en toiletartikelen gaat.

Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (ChristenUnie), heeft geen ruimte in haar agenda om OneWorld uit te leggen waarom Nederland jarenlang Europees geld voor voedselhulp onbenut liet, laat haar woordvoerder weten. Schriftelijk geeft hij namens de minister de volgende verklaring: “Nederland koos én kiest ervoor om het vanuit het Europees Sociaal Fonds beschikbaar gestelde budget grotendeels te besteden aan het versterken van de arbeidsmarktpositie van mensen die dit nodig hebben om aan de slag te kunnen gaan of meer te gaan werken. Dit is een meer structurele oplossing voor armoede.”

Al in 1987 werd het European Food Aid Programme (PEAD) in het leven geroepen, dat destijds onder het Europese landbouwbeleid viel. Het idee was dat voedseloverschotten – de ‘melkplassen’ en ‘boterbergen’ die in de jaren 70 en 80 waren ontstaan – ten goede zouden komen aan arme Europeanen.

Hillemans riep het kabinet Rutte-I al op gebruik te maken van deze pot, omdat er tonnen voedsel werden vernietigd terwijl er ook Nederlanders waren die honger leden. In twintig andere Europese landen maakten voedselbanken wel gebruik van het programma. Henk Bleker, destijds staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, vond echter dat sociaal beleid geen zaak was voor Europa, net als zijn voorgangers.

In 2014 werd de pot overgeheveld naar sociale zaken, onder de naam The Fund for European Aid to the Most Deprived (FEAD): het ‘fonds voor Europese hulp aan de minstbedeelden’. In de periode tot 2020 was er in totaal 3,8 miljard euro beschikbaar voor materiële hulp, zoals voedsel, kleding en persoonlijke verzorging, en niet-materiele hulp, projecten om de minstbedeelden te helpen mee te doen in de maatschappij.

Nederland koos niet voor voedselhulp, maar haalde zo’n 4,5 miljoen euro uit het fonds voor een project van bibliotheken in de vier grote steden om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan. “Per programmaperiode is er één vast bedrag uit deze fondsen bestemd voor de lidstaat Nederland. Het was dus een kwestie van keuzes maken en destijds is er gekozen voor een ander doel, namelijk de sociale inclusie van ouderen”, reageert de woordvoerder van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

En nu valt de pot dus weer onder een ander fonds: het Europees Sociaal Fonds, dat zich vooral richt op projecten die mensen aan het werk helpen. Nederland ontving in de periode 2014-2020 zo’n 770 miljoen uit dit fonds om werkenden bij te scholen en mensen met een uitkering aan een baan te helpen. Voor de huidige periode, die loopt tot en met 2027, vraagt Nederland dus ook voor het eerst materiële hulp aan, zoals voedsel, schoolspullen voor kinderen, menstruatieproducten en andere toiletartikelen.

Hillemans is het met de woordvoerder van het ministerie eens dat voedselhulp een vorm van noodhulp is en armoede niet oplost. Maar, zo stelt hij, de ondersteuning is wel heel hard nodig. “Het feit dat voedselbanken bestaan, zou voor de politiek een signaal moeten zijn dat het niet goed gaat.” Het kan bovendien allebei, zo meent hij. “De politiek zou zich moeten bezighouden met structurele oplossingen voor armoede én met noodhulp.” Hillemans wijst erop dat de overheid ‘een grondwettelijke taak’ heeft om haar burgers een dak boven het hoofd te bieden en te voorkomen dat ze honger lijden.

De coronapandemie trok Nederland tóch over de streep, verklaart de woordvoerder. Het aantal Nederlanders dat naar de voedselbank moest, liep in korte tijd zo snel op dat het kabinet besloot om uit eigen middelen 4 miljoen aan de voedselbanken te doneren. Nu de vraag naar voedselhulp door de inflatie en energiecrisis opnieuw oploopt, besloot Den Haag wel aanspraak te maken op de pot.

Wachtlijsten of kleinere pakketten?

Het is overigens nog niet zeker dat het Europese geld naar de voedselbanken gaat. Omdat het om een subsidie gaat, is het een open inschrijving. Ook andere organisaties die zich met voedselhulp bezighouden, zoals het Rode Kruis, mogen zich inschrijven.

Bij het Armoedefonds, een non-profitorganisatie die armoede bestrijdt via lokale projecten, zouden ze blij zijn met het extra Europese geld. Al wil het fonds zich niet uitspreken over de tijd dat voedselhulp onbenut bleef. Woordvoerder Wendy Heerkens-Brands: “Wij zijn blij dat de Nederlandse overheid de ESF-bijdrage aanvroeg. Ja, het was in onze ogen verstandig geweest om dat eerder te doen, maar het blijft een politieke afweging. En we willen ons niet mengen in politieke issues.”

Volgens Hillemans kunnen voedselbanken de steun goed gebruiken. Dat de voedselbanken extra geld nodig hebben, komt namelijk niet alleen door de toegenomen behoefte aan voedselhulp. “De voedselbanken hebben twee taken: het bestrijden van armoede én het tegengaan van voedselverspilling. Omdat er steeds betere oplossingen zijn om voedselverspilling te voorkomen, wordt onze toevoer steeds kleiner.” Zo hebben de voedselbanken vaak een tekort aan rijst, pasta en eieren.

In het eerste kwartaal 2023 krijgen de voedselbanken uitsluitsel over waar het geld uit Europa heen gaat. Hillemans hoopt op steun: “Als we geen extra geld krijgen, dan bestaat het risico dat we met wachtlijsten moeten gaan werken. Of dat de pakketten kleiner worden.”

Waarom benut Nederland Europese voedselsteun nu pas?

Tags: ,


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑