Published on mei 13th, 2015 | by Irene van den Berg
0Warme motorkap
Weinig zo saai als iemand die zijn laatste droom vertelt. Ook hoog in de slaapverwekkende verhalen top-10: de kijk-mijn-kind-eens-gevat-zijn-anekdote en het relaas over een ten onrechte uitgedeelde bekeuring. In die laatste categorie heb ik ook wat meegemaakt. En daar ga ik toch lekker even een boom over opzetten.
Rotterdam is hip. Zo hip dat bewoners voor hun gasten een parkeerplek kunnen regelen via de app. Heel simpel: je toetst het kenteken van je bezoek in en de plek is betaald. Maar er zit een weeffout in het systeem. Er zit namelijk meestal één of twee minuten tussen het moment dat gasten hun auto parkeren en je als gastheer of -vrouw weet dat ze er zijn. Zeker als je de merkwaardige gewoonte hebt om je visite even welkom te heten. En zo gebeurde het dat mijn ouders om exact 10.00 uur een bon van zestig euro kregen voor onbetaald parkeren, terwijl ik ze om 10.01 aanmeldde via de app.
Zoals het gebruik voorschrijft, eindigt ieder verhaal over een onterechte bekeuring met een sneer naar de ‘Verkeersgestapo’. Ook mijn vader deed een duit in het zakje. „Ik weet zeker dat die verkeerswachters ons zagen uitstappen. Die zullen gedacht hebben: even snel een bon uitschrijven, dan kunnen we vandaag weer een kwartier eerder naar huis.”
Officieel is dat onzin. Want het bonnenquotum – waarbij de politie een minimum aantal uit te schrijven bekeuringen kreeg opgelegd – werd al in 2010 afgeschaft. Terecht, want het is een perverse prikkel. Toch is mijn vader niet de enige die het gevoel heeft dat parkeerwachters en agenten nog steeds pas naar huis mogen als hun bonnenboekje volgeschreven is.
Ik deel zijn achterdocht. Dat de regels van hogerhand zijn aangepast, is geen garantie dat het er op de werkvloer ook daadwerkelijk anders aan toe gaat. Het is naïef om te denken dat het aantal bonnen dat een agent of parkeerwachter uitschrijft er voor zijn directe baas helemaal niet toe doet. Die behoefte aan meetbare resultaten snap ik wel. Maar ik wil dat agenten, parkeerwachters en andere ambtenaren één ding heel goed beseffen: jullie zijn er dóór en vooral vóór de burger. Dat betekent dat je misschien geen bon moet uitschrijven als de motorkap nog warm is.
Gisteren herhaalde het voorval zich bijna. Mijn vader parkeerde zijn auto en zag een parkeerwacht al belangstellend kijken. Hij vroeg hem geduld te hebben en sprak hem aan op de bon van een week eerder. Volgens de parkeerwacht wordt een parkeerbon in Rotterdam automatisch kwijtgescholden als er minder dan vijf minuten tussen de bon en de inchecktijd zit. Bravo, overheid! Als het echt waar is.
Ik droomde vannacht dat de gemeente Rotterdam een grote bos bloemen stuurde naar mijn ouders, als excuses voor de onterechte bekeuring. Maar ik vrees dat geen enkele ambtenaar die droom wil horen.