Plus Magazine

Published on juni 22nd, 2021 | by Irene van den Berg

0

Ken je keurmerk

Wie duurzaam boodschappen wil doen, krijgt te maken met een oerwoud aan keurmerken. Maar wat betekenen die labels en logo’s op ons voedsel eigenlijk? En welke kletskeurmerken kun je beter negeren?

De supermarkt is geen fijne plek voor mensen die last hebben van keuzestress. Bij de Albert Heijn staan zo’n veertig soorten hagelslag in het schap: van intens puur tot kwinkslag en van minidoosjes tot XL-verpakkingen. Voor de duurzame consument valt er nog meer te twijfelen. Zo bestaat er veganistische hagelslag, zonder melk en ei. En hagelslag met een UTZ-keurmerk en met een Fairtrade keurmerk. En eentje met de naam Hagelswag die wordt ingepakt in een sociale werkplaats en waarmee je allerlei voedselprojecten steunt. Hoe kun als heimelijke wereldverbeteraar nog wijs uit alle logo’s en keurmerken op voeding?

Op voedingsmiddelen kun je bijna 140 verschillende logo’s vinden, blijkt uit onderzoek van de onafhankelijke voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) roept al jaren dat er veel te veel zijn en dat de consument verstrikt raakt in het oerwoud van keurmerken. “Wij vinden het ongewenst dat er zoveel keurmerken zijn waardoor consumenten door de bomen het bos niet meer zien en de goede niet meer van de slechte kunnen onderscheiden”, zegt ACM-woordvoerder Saskia Bierling.

Iedereen een keurmerk

De wildgroei is ontstaan doordat er geen wettelijke regels zijn voor het oprichten en beheren van een keurmerk. Iedereen kan zijn eigen keurmerk lanceren. Ook is het niet verplicht dat een keurmerk door een deskundige en onafhankelijke organisatie wordt gecontroleerd. De wet stelt bovendien geen eisen aan de inhoud van het keurmerk, waardoor de toegevoegde waarde van een logo soms heel onduidelijk is.

En dat is schadelijk want de keurmerkenjungle demotiveert zowel bedrijven als consumenten die wel duurzame keuzes willen maken. “Dit leidt niet alleen tot minder vertrouwen van afnemers in keurmerken. Het betekent ook dat bedrijven zich minder goed kunnen onderscheiden op basis van een keurmerk. Het loont voor bedrijven niet altijd om te investeren om te voldoen aan de eisen van een serieus keurmerk, als er geen concurrentievoordeel is ten opzichte van andere keurmerken”, stelt de Autoriteit Consument & Markt in een analyse van het probleem.

De ACM kondigde vorig jaar aan strenger te gaan optreden tegen misleidende keurmerken en duurzaamheidsclaims. Maar of de toezichthouder ook echt door kan bijten, is nog maar de vraag. “Wat lastig voor ACM zal zijn, is dat veel leveranciers van producten internationaal werken. Dan kun je als ACM in Nederland wel zeggen dat een bepaalde visuele claim ongewenst is, maar dat staat dan bijvoorbeeld op een product dat over de hele wereld wordt verkocht”, reageert Paulien van der Geest van Milieu Centraal.

De ACM zou het liefst zien dat er een Europees duurzaamheidslabel komt, zoals ook voor auto’s, witgoed en woningen. “Op basis van een kleurencode zouden afnemers bijvoorbeeld idealiter in één oogopslag zien wat de score van een product of dienst is voor verschillende dimensies van duurzaamheid”, aldus de ACM. Al beseft de consumentenwaakhond ook dat dat niet zonder slag of stoot zal gaan. “De ACM realiseert zich dat de introductie van een nieuw label mogelijk met administratieve lasten gepaard gaat, maar verwacht dat de maatschappelijke baten de lasten zullen overstijgen.”

Verschillende soorten logo’s

Het kan dan ook geen kwaad om zelf wegwijs te worden in het keurmerkenoerwoud. Het begint al met het besef dat niet ieder logo op een verpakking een keurmerk is. Publieksvoorlichter Milieu Centraal, onderscheidt keurmerken, bedrijfslogo’s en paraplulogo’s. Een keurmerk is een beeldmerk op een product waarmee de fabrikant een bepaalde eigenschappen van dat product garandeert en die, heel belangrijk, door een onafhankelijke partij wordt getoetst. Voorbeelden van keurmerken op het gebied van duurzaamheid zijn Fairtrade en de Beter Leven keurmerken.

Een bedrijf kan ook zelf een duurzaamheidsprogramma beginnen. Veel chocoladefabrikanten hebben dat gedaan. Zo bestaat er het Nestlé Cocoa Plan en Cocoa Life is een bedrijfslogo van chocoladeproducent Mondelez, waaronder de merken Cote d’Or, Toblerone en Milka vallen. Voordeel voor het bedrijf is dat hij zijn eigen eisen kan opstellen. Dat wil niet zeggen dat bedrijfsprogramma’s nooit nuttige dingen doen, maar het risico bestaat wel dat ze worden ingezet als marketinginstrument. Sommige bedrijfsprogramma’s worden beoordeeld door een externe onafhankelijke partij, andere niet.

Een paraplulogo tenslotte staat altijd samen met één of meer keurmerken op de verpakking, maar stelt vaak verder geen belangrijke extra eisen ten opzichte van die keurmerken. Bio+ is bijvoorbeeld geen keurmerk, maar een paraplulogo op biologische huismerkproducten in onder meer de supermarkten Plus, Spar en Coop. Bio+ komt altijd voor naast het Europese keurmerk voor biologische landbouw. Het vervelende van zo’n paraplulogo is dat het weer een extra logootje is, dat zelf weinig toevoegt.

En dan zijn er ook nog de vignetjes en labeltje die helemaal niets zeggen. Zo strooien veel voedingsfabrikanten rijkelijk met logootjes met groene blaadjes en vinkjes om aan te geven dat hun producten vegetarisch of veganistisch zijn. Vaak zit er daar geen controle op. Soms staan ze ook op producten waarvan je afvraagt waarom daar überhaupt vlees of andere dierlijke producten in zouden zitten, zoals snoep of wasmiddelen.

Topkeurmerken

Om het consumenten gemakkelijker te maken, heeft Milieu Centraal 10 topkeurmerken aangewezen, waaronder EKO, Rainforest Alliance en Fairtrade (zie kader). “Deze 10 topkeurmerken vormen een goed begin om duurzame keuzes voor voeding te maken”, stelt van der Geest. Zij voldoen aan drie criteria: ten eerste moet een keurmerk ambitieus zijn. De eisen, bijvoorbeeld op het terrein van milieu of dierenwelzijn, gaan veel verder dan de gangbare praktijk. Daarnaast is een topkeurmerk transparant. De eisen zijn concreet en gemakkelijk (online) te vinden. En tenslotte is de controle betrouwbaar. Die wordt gedaan door een onafhankelijke organisatie. En er volgen sancties als de gebruiker van het keurmerk niet aan de eisen voldoet.

Milieu Centraal controleert dus niet zelf of alle producten die in de schappen staan ook daadwerkelijk aan de papieren eisen van het keurmerk voldoen. Van der Geest: “dat is ondoenlijk voor ons: we zouden dan naar het buitenland moeten om productieprocessen van bijvoorbeeld tropische producten te onderzoeken. Milieu Centraal controleert niet of de controle op de naleving van het eisenpakket daadwerkelijk wordt uitgevoerd zoals beschreven. We geven aan hoe de controle is geregeld en geven hier een score voor.”

Maar ook bij goede keurmerken zijn de papieren ambities soms anders dan de praktijk. Zo blijkt bijvoorbeeld hazelnootpasta met het Fairtradelogo niet gegarandeerd vrij van kinderarbeid. Dat komt omdat er verschillende hazelnoten worden gemengd, legt Fairtrade Original uit op haar website. Fairtrade Original is overigens een merk en geen keurmerk, maar alle producten dragen wel het Fairtrade keurmerk.

Is Fairtrade dan wel een topkeurmerk? “Wel volgens onze methodiek. We kijken naar controle en ambitie. Hoeverre is de ambitie bovenwettelijk en boven wat gangbaar is? Het Fairtrade keurmerk zet in gesprekken met bedrijven wel zaken in beweging. Ook al zou je willen dat het sneller gaat.”, aldus de communicatieadviseur duurzaam consumeren bij Milieu Centraal.

Wil je je niet beperken tot de 10 topkeurmerken, dan kun je ook de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal gebruiken die informatie geeft over de 300 duurzaamheidskenmerken die in Nederland worden gebruikt. Niet alleen op het gebied van voeding dus, maar ook voor allerlei andere producten; van cosmetica tot schoonmaakmiddelen en van papier tot bloemen. Tijdens het boodschappen doen is de Productchecker in de app van Questionmark handig. Je scant het product en de app laat direct zien welke keurmerken het product heeft en hoe betrouwbaar die keurmerken zijn. Questionmark doet dit op basis van de informatie van Milieu Centraal.

Vraagtekens bij verduurzaming

De vraag blijft of een keurmerk leidt tot verduurzaming. Er is bijvoorbeeld steeds meer chocola met een duurzaam keurmerk, maar de positie van arme boeren in de productieketen van cacao blijft slecht. “Geen enkele standaard heeft significant kunnen bijdragen tot een leefbaar inkomen voor de boeren, of hen uit de structurele armoede kunnen halen. Het gemiddelde inkomen van de gecertificeerde cacaoboeren ligt weliswaar ietsje hoger, maar de totale impact is relatief klein. De gemiddelde gecertificeerde cacaoboer blijft arm”, staat in de Cacao Barometer 2018, opgesteld door een netwerk van ngo’s als Solidaridad, Hivos en Oxfam Novib.

En in het rapport Chocolate’s Dark Secret waarschuwen onderzoekers van de Amerikaanse milieuorganisatie Mighty Earth dat er zonder ingrijpen in 2050 geen bos meer over is in Ivoorkust en Ghana. Ondanks inspanningen van het andere grote chocoladekeurmerk Rainforest Alliance voor natuurbehoud.

En in de intensieve veehouderij is het, ondanks alle keurmerken op vlees en zuivel, vaak slecht gesteld met het dierenwelzijn: veel dieren worden altijd binnen gehouden, in kleine en kale stallen, hokken of kooien. Toch is de Dierenbescherming trots op wat ze met haar Beter Leven keurmerk heeft bereikt. “Wij hebben in 13 jaar bereikt dat ruim 230 miljoen dieren een beter leven hebben gehad”, stelt een woordvoerder. De vraag is echt hoeveel beter dat leven is. Zo zijn varkens waarvan het vlees 1 ster heeft gekregen maar fractioneel beter af  dan in de reguliere bio-industrie: het varken heeft iets meer leefruimte, maar het mag nog steeds niet naar buiten. Ook worden hun staarten gecoupeerd en liggen de zeugen in een kraamhok tussen stangen.

Waarom zetten jullie als Dierenbescherming niet hoger in? “Op dit moment wordt gewerkt aan het herzien van de varkenscriteria. Voor consumenten die meer over hebben voor dierenwelzijn is er varkensvlees met het Beter leven keurmerk met 2 en 3 sterren beschikbaar. Geld speelt altijd een rol. Een beperkende factor zijn de extra kosten die consumenten bereid zijn om te betalen voor meer dierenwelzijn. Als je te ver voorop wilt lopen, loop je het risico onderweg je deelnemers, maar ook de supermarkten en hun klanten te verliezen en dan ben je weer terug bij af. Daar wordt geen enkel dierenleven beter van”, aldus de Dierenbescherming.

Nooit de enige oplossing

Het roept de vraag op of keurmerken wel de oplossing zijn voor ingewikkelde problemen als klimaatverandering, dierenleed en uitbuiting van boeren ontwikkelingslanden. “Een keurmerk is nooit de enige oplossing. Maar het is wel een van de weinige concrete handvatten die je als consument hebt als je een duurzame keuze wilt maken. Het helpt je te bepalen of de duurzaamheidsclaims van een product of bedrijf, echt waarde hebben”, stelt Van der Geest van Milieu Centraal.

Duurzaam consumeren is bovendien meer dan een product met het juiste logo erop kopen. Let er bijvoorbeeld op dat je niet teveel koopt in de supermarkt: maak van tevoren een boodschappenlijstje en koop verse producten niet voor de hele week tegelijk. Koop je voor dezelfde avond in, let dan op de kortingsstickers die versproducten moeten redden van de container. En eet minder of geen vlees. Want ook al staan er honderd keurmerken op een biefstuk, dan nog belast je het milieu minder met een handje peulvruchten.

Kletskeurmerken

Beter voor de koe

Beter voor de koe lijkt op een keurmerk, maar dat is het niet. Het is het vignet van het duur-zaamheidsprogramma van Melkunie. Volgens Milieu Centraal worden er geen harde eisen gesteld aan het programma en is het onduidelijk hoe de ­controle is geregeld. Volgens Melkunie gaan de koeien bij goed weer naar buiten en mogen ze zelf bepalen wanneer ze eten, drinken, lopen of liggen.

Beter leven, één ster

Bij het Beter Leven-keurmerk met slechts één ster zijn de varkens iets beter af dan in de reguliere vee-industrie, maar er blijft nog veel te wensen over. Het varken heeft iets meer leefruimte, maar het mag nog steeds niet naar buiten. Ook worden hun staarten gecoupeerd en liggen de zeugen in een kraamhok tussen stangen.

Blije Kip

Of de kippen met Blije Kip-­garantie echt zo blij zijn, is nooit onderzocht. Blije Kip is namelijk geen keurmerk, maar een paraplu­logo van de Van Beek Group. Sommige eieren met het Blije ­Kip-logo dragen het Beter Leven-keurmerk met twee sterren en andere het ­Beter Leven-keurmerk met drie sterren. De kippen met drie sterren van Beter Leven hebben in de stallen meer ruimte dan de twee-sterrenkippen. De ene blije kip blijkt dan toch iets blijer dan de andere.

Dolfijnvriendelijk gevangen

Het logo Dolfijn­vriendelijk gevangen geeft aan dat dol­fijnen niet het slachtoffer zijn van de tonijnvisserij doordat ze in de netten verstrikt raken. Het logo is er in allerlei variaties, zoals Dolphin Safe en Dolfijnvriendelijk gevangen tonijn. Hoe de controle geregeld wordt, is onduidelijk. Het logo gaat bovendien alleen over dolfijnen en niet over andere dieren als walvissen, haaien en schildpadden. Het logo staat soms ook op skipjacktonijn, die niet in het leefgebied van de dolfijn zwemt.

Scharrelei

Voor een scharrelkip valt er bar weinig te scharrelen. Scharrelkippen leven in een grote, dichte stal met duizenden soort­genoten op elkaar (negen kippen per vierkante meter) en komen nooit buiten. De dierenactivistische organisatie Wakker Dier vindt scharrelei een misleidende term, want ”het klinkt veel te positief”. Men vindt ”schuurei” een betere term.

Fairglobe

Lidl heeft haar eigen Fairtrade-keurmerk, namelijk Fairg­lobe. Alle producten met Fairglobe vallen ook onder het topkeurmerk Fairtrade. Overbodig dus.

Duurzame weidezuivel

De term Weidemelk houdt in dat de koeien in de zomer minimaal 120 dagen buiten lopen. Buiten lopen is fijn voor koeien, omdat ze dan hun natuurlijk graasgedrag kunnen bevredigen. Alleen bestaat daar al een logo van: die van Stichting Weidegang. De Zuivel­makers en Boermarke Desserts mogen het keurmerk Weidemelk dragen, maar kiezen voor het vlaggetje Duurzame weidezuivel. Dat is geen keurmerk maar een bedrijfslogo. De boeren krijgen koewelzijnworkshops en werken met managementsysteem KoeKompas. Volgens MilieuCentraal is er geen onafhankelijke toetsing.

Vegan friendly, Meatfree en 100% plantaardig

Veel voedings­fabrikanten strooien rijkelijk met logootjes en kreten met groene blaadjes en vinkjes om aan te geven dat hun producten vegetarisch of veganistisch zijn. Het nadeel van deze fabrikantenlogo’s is dat er vaak geen controle op is. Het Europese keurmerk voor vegetarische producten (het V-label van de EVU) geeft meer garantie. Het heeft twee categorieën: vegan en vegetarisch. De Nederlandse Vegetariërsbond beheert en controleert het V-label in Nederland.

Bio+

Bio+ is geen keurmerk, maar een paraplulogo op biologische huismerk­producten in onder meer Plus, Spar en Coop. Bio+ komt altijd voor naast het Europese keurmerk voor biologische landbouw. Het is niet nodig om hier weer een apart label voor te maken.


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑