Metro

Published on juni 24th, 2015 | by Irene van den Berg

0

Columnvriendje

Wat voor weer het ook is, mijn dochtertje krijgt iedere ochtend ‘zonnige ontbijtpap’. Daarna veeg ik haar mondje af met een ‘snoetenpoetser’. Sinds ik mama ben, staat ons huis vol producten met infantiele benamingen. Laatst kreeg ze een doosje ‘rozijnenvriendjes’ mee van het kinderdagverblijf. Ik moest de neiging onderdrukken om alle ‘vriendjes’ direct in onze dagdagtroepjesbak te smijten.

Ik ga er vanuit dat bedrijven die kinderachtige namen niet voor mij bedenken, maar voor mijn kind. Ons 1-jarige hummeltje kijkt nu gelukkig nog glazig naar alle verpakkingen in de supermarkt. Maar er komt een tijd dat ze die wél interessant gaat vinden. En dat baart me zorgen. Ik vind het geen fijn idee dat bedrijven geld uit mijn portemonnee proberen te kloppen door mijn dochtertje met listige marketingtrucs te verleiden.

Kindermarketing heeft een bedenkelijk imago. Tegen de kleurrijke chips- en snoepverpakkingen met Dora of Spongebob is een hele anti-lobby ontstaan. Maar kindermarketing reikt zoveel verder dan ongezonde voeding. Denk aan de poppetjes-, plaatjes- en plantjesterreur van supermarkten. Ook zij zien kinderen vooral als de sleutel tot de portemonnee van hun ouders. En met succes. De Nederlandse ouder laat zich massaal in de luren leggen door dit kindermarketinggeweld. Mama rijdt nog wel eventjes om naar de Appie voor een pakje van Freeks dierenplaatjes. En met een beetje geluk spaart de hele familie mee.

Welke boodschap geven we hiermee af aan onze kroost? Volgens mij laten we zo zien dat we ons slaafs laten inpakken door de commercie. Als ons supermarktvriendje een leuk speeltje geeft, dan springen we allemaal in de houding. We stappen een keer extra in de auto of doen de boodschappen in een duurdere supermarkt en dat voor een ‘gratis’ stukje papier met een panda erop. Als je je kinderen wil leren dat ze niet moeten laten inpalmen door reclames, lijkt mij dat een slecht voorbeeld.

Consumentenorganisaties willen dat de politiek optreedt tegen kindermarketing en schreeuwerige kinderreclames voor snoep en chips verbiedt. Tot nu toe is die boodschap aan dovemansoren gericht. Maar ik vraag me af ook of overheidsbemoeienis veel zin heeft. Mag Snoopy niet meer op de chipszakken, dan bedenkt Unilever wel een ander leuk hondje. Of ze maken chipszakken die je kind tegemoet blaffen.

Het enige wat écht helpt tegen kindermarketing, zijn ouders die nee zeggen. Nee tegen vanillekoekjes van Dora maar ook nee tegen dierenplaatjes van Freek en nee tegen producten met infantiele benamingen. Dat laatste is trouwens nog niet zo gemakkelijk. Want heeft iemand een idee waar ze gewone ‘gezichtsdoekjes voor kinderen’ verkopen, in plaats van knoeidoeidoekjes, smeerpoetsers of toetenvegers?

Columnvriendje


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑