AD Economie

Published on juli 5th, 2017 | by Irene van den Berg

0

Schuldhulpverlening? Dan eerst stoppen met je zaak!

Zelfstandigen zijn in vrijwel alle gemeenten uitgesloten van schuldhulp. Wie daar toch gebruik van wil maken, moet zijn bedrijf liquideren. ,,Veel zzp’ers met schulden dwing je zo de bijstand in’’, waarschuwt onderzoeker Roeland van Geuns

Wanneer het niet meer lukt om rekeningen te betalen, kan je bij de gemeente terecht voor advies, budgetbeheer en hulp bij het treffen van schuldregelingen. Gemeenten zijn sinds 2012 verplicht om deze taak uit te voeren. Je mag echter geen eigen zaak hebben om voor deze regelingen in aanmerking te komen.

,,Gemeenten vinden het inkomen van zelfstandigen te onzeker en het risico op nieuwe schulden te groot. Deze groep wordt daarom generiek uitgesloten van de reguliere schuldhulpverlening”, stelt Roeland van Geuns, lector armoede interventies aan de Hogeschool van Amsterdam.

Het probleem is volgens Van Geuns dat de lokale overheid vaak niet de specialistische kennis in huis heeft om schuldhulp te geven aan zelfstandigen. Hierdoor wordt de schuldenaar vaak aangeraden zijn bedrijf te stoppen en een baan te zoeken. ,,Schuldhulpverleners houden er geen rekening mee dat het voor een deel van de zzp’ers niet mogelijk is om een vaste baan te vinden vanwege hun leeftijd of de markt waarin ze hun werkzaamheden verrichten. Die groep dwing je zo bijstand in”, waarschuwt Van Geuns.

Inkomstenbron
Hij pleit voor maatwerk. ,,Soms is het beter om een zelfstandige zijn inkomstenbron te laten houden, ook al is die onzeker. Dat moet per geval worden bekeken.”

Ondernemers die hun bedrijf niet willen beëindigen, worden vaak doorverwezen naar een andere regeling: de bijstand voor zelfstandigen. Deze is bedoeld voor ondernemers met financiële problemen. Met geld uit deze pot schakelt de gemeente meestal een commercieel bureau in dat de schuldhulp regelt. Het grootste deel van de schuldhulp betaalt de schuldenaar echter zelf, waardoor zijn financiële problemen nog groter worden. Dit kan een drempel voor ondernemers zijn om daadwerkelijk van deze regeling gebruik te maken.

Het is voor ondernemers bovendien lastig dat ze bij een ander loket moeten aankloppen. ,,Ik heb onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van schuldhulp. Die ligt voor de meeste schuldenaren al lastig, maar ondernemers vinden vaak nog moeilijker hun weg. Gemeenten zouden er goed aan doen als ze één toegangspoort creëren. Achter de schermen kunnen ze dan regelen dat mensen op de juiste plek terechtkomen”, verklaart Nadja Jungmann, lector Schulden en Incasso bij Hogeschool Utrecht.

Lukt het via deze weg niet om afspraken te maken met schuldeisers, dan is de wettelijke schuldsanering (WSNP) het laatste redmiddel. In de wettelijke schuldsanering ben je na drie jaar leven op het bestaansminimum uit de rode cijfers.

Maar ook van deze regeling worden zelfstandigen vrijwel altijd uitgesloten. ,,Het is meestal praktisch en financieel gezien niet mogelijk om een zelfstandig ondernemer toe te laten tot de WSNP”, verklaart Karen Stoffels-Montfoort van Bureau WSNP, uitvoerder van de wettelijke schuldsanering.

Ook hier zijn de wisselende inkomsten een probleem. ,,Het doel van de wettelijke schuldsanering is dat de crediteuren zo snel mogelijk, zoveel als mogelijk terugkrijgen van hun vordering zonder dat er nieuwe schulden ontstaan. Dat verhoudt zich niet met de soms onzekere situatie van een zelfstandige”, legt ze uit.

Alleen in uitzonderlijke gevallen krijgt een ondernemer toegang tot de schuldsanering. Stoffels-Montfoort: ,,Als een zelfstandige weinig risico’s loopt, geen geplande schulden hoeft te maken, een goed inzicht heeft en geeft in zijn inkomsten en weinig kans heeft om op andere wijze in zijn inkomen te voorzien, wordt er soms ontheffing verleend.”

‘Ik was zo boos en verdrietig toen ik mijn bedrijf moest uitschrijven’


Aafke Kalse-Bente (56) was tien jaar zelfstandig tapijtontwerper toen zij en haar man in de schulden raakten. Door het faillissement van zijn zaak kon hij de alimentatie aan zijn ex niet meer ophoesten. Kalse-Bente kon niet bijspringen want ook haar eigen bedrijf liep op dat moment niet lekker. ,,Dat was uitzonderlijk. In de jaren daarvoor verdiende ik tussen de 20.000 en 60.000 per jaar”, vertelt ze.

Toch kreeg de ontwerpster te horen dat ze haar zaak moest opgeven, toen het stel bij de gemeente Venray voor hulp aanklopte. ,,De schuldhulpverlener vond de inkomsten te wisselend. Ik moest een vaste baan zoeken. Ze vond het zelf ook vervelend om me te vragen om met mijn bedrijf te stoppen. Maar ze moest zich aan de regelgeving houden.” Kalse-Bente zat kort in de bijstand en, sinds er een regeling met hun schuldeiser is getroffen, in de vrijwillige schuldsanering.

,,Ik was zo boos en verdrietig toen ik mijn bedrijf moest uitschrijven. Ik heb een goede opleiding en een dijk van een ervaring, en nu zit ik thuis.” De rechter heeft de alimentatieschuld kwijtgescholden. Maar om in de schuldsanering terecht te komen, moest het stel hun huis verkopen. De schuld bestaat nu alleen nog uit de restschuld. ,,Ik zit nu de hele dag thuis en zou zo graag wat opdrachten aannemen, maar dat mag niet. Ik vind dat vreemd: elke 25 euro die ik extra aflos, is toch mooi meegenomen?”

De 56-jarige vrouw maakt zich grote zorgen over de toekomst. ,,Ik ben vier jaar verder als de schuldsanering wordt beëindigd en ik weer verder kan met mijn zaak. Mijn netwerk is dan kapot, dus ik moet weer vanaf nul beginnen. Ik ben bang dat dat niet lukt.”

Schuldhulpverlening? Dan eerst stoppen met je zaak!


About the Author

is onafhankelijk (onderzoeks)journalist en schrijft over sociale en ecologische kwesties, zoals armoede, klimaatverandering en de keerzijde van de consumptiemaatschappij. Haar publicaties verschijnen onder meer in OneWorld, NRC en Vrij Nederland.



Comments are closed.

Back to Top ↑